Paduart slaat een brug tussen klassiek en jazz
“Twintig jaar geleden sprak ik beter Nederlands dan nu; Engels gaat me beter af”, verontschuldigde zich pianist en componist Ivan Paduart, afkomstig uit het tweetalige Brussel. Op zijn muzikale taal was echter weinig af te dingen, want van meet af aan wist hij te boeien met twee sets van ieder zes composities, waarvan er maar liefst zeven te beluisteren zijn op zijn meest recente cd: ‘Ibiza’.
Vooral de hechte eenheid van het trio maakte de luisterervaring extra boeiend. Er zaten dan ook wel giganten bij hem op de bühne: contrabassist Philippe Aerts en slagwerker Hans van Oosterhout, een verre van onbekende op dit jazzpodium. Het meest genoot ik van de ballades-zonder-woorden als ‘Filigraine’ en ‘Le dernier Patard’, maar ook de uptempo stukken waren niet te versmaden.
Paduart doet overigens niet geheimzinnig over zijn privéleven, want een van de composities had hij vernoemd naar zijn 17-jarige zoon Igor. Veel van zijn werk is duidelijk klassiek ‘angehaucht’ . Al hoorde ik niet direct Bachiaanse invloeden, regelmatig betrapte ik mij op associaties met Jacques Loussier, op andere momenten weer met het trio van Milton Banana. Waarom echter die vergelijkingen? Paduart lijkt op Paduart en dat is uniek genoeg voor nog eens een concert op dit podium.