Van de all-starband die vrijdagavond een letterlijk spetterend concert gaf was maar liefst drie-vijfde lid geweest van de legendarische 70-jaren band Focus. Natuurlijk frontman Thijs van Leer, maar ook drummer Pierre van der Linden en ons aller Eef Albers, door Van Leer terecht aangeprezen als “de beste gitarist van de wereld”. Het was een feestavond van herkenning, want oude Focus-krakers als House of the King, Sylvia en Hocus Pocus mochten eenvoudigweg niet ontbreken. Ook Van Leers andere muzikale avontuur, Introspection, kwam aan de orde. Aan decibellen geen gebrek, want de mannen trokken stevig van leer, met name drummer Pierre van der Linden. Een drummer uit de jazzwereld is van een ander kaliber dan zijn vakgenoot uit de popwereld, zo werd hier oorverdovend aangetoond. Meer van dit soort avonden en het meenemen van oorbescherming wordt geen overbodige luxe, maar op deze vrijdagavond mocht het een keer. Zelden heb ik zo genoten van een drumsolo als van deze “grootmeester” (een andere typering van Van Leer, die ik met volle overtuiging citeer).
Koos Wiltenburg was prima op zijn plek als de ideale bassist voor dit soort formaties en ook zijn solomomenten mochten er zijn. Het “jonkie” van de avond Thomas Zoetelief -hij moest nog geboren worden toen Focus al furore maakte- toonde zich als een begenadigd gitarist en solist, die zich prima staande hield naast zijn veel ervarener collega, Eef Albers. Het was een genot om deze man aan het werk te horen en zien. Elke noot is op z’n plaats en zijn virtuositeit is onnavolgbaar. Waarom heeft het toch zolang geduurd voor hij hier weer op de bühne stond? Ik zou er voor pleiten om Albers minstens eenmaal per Tor-seizoen te strikken.
Woorden schieten te kort om het optreden van Thijs van Leer te beschrijven. De man speelt geweldig Hammond orgel (nog altijd versierd met de vijf letters F O C U S), is klassiek opgeleid fluitist en laat dat ook horen met zijn barokke benadering van Autumn leaves, jodelt en scat er nog vrolijk op los, maar is vooral ook een boeiend entertainer en ogenschijnlijk onvermoeibaar, ondanks het feit dat hij volgend jaar een zevende kruisje mag bijschrijven.
Falsetteren laat hij echter aan het publiek over: de bekende toonladder in Hocus pocus, maar deze werd dan ook uit volle borst meegezongen, omdat het motiefje nog steeds in ons collectieve geheugen zit.