Opera meets jazz? Dit blijkt een bijzonder geslaagde ontmoeting tussen twee uitersten. Na meer dan 20 jaar is pianist Mike del Ferro teruggekeerd in de Tor, om iedereen met zijn trio te verrassen.
De avond begint met het nummer ‘Brindisi’ uit de opera La Traviata van Giuseppe Verdi. Pianist Mike Del Ferro laat ons kennis maken met de gevoelige tonen van zijn piano. Drummer Sebastian Netta speelt met mallets, waardoor hij de lieflijke sfeer versterkt. Het zachte, dromerige nummer wordt langzaam opgewekter en Del Ferro komt als eerste aan bod met een solo. Het nummer eindigt kalm.
Het volgende nummer is een eerbetoon aan jazzgrootheid Toots Thielemans, met wie Del Ferro jarenlang over de wereld heeft opgetreden. Del Ferro begint opnieuw met gevoelige harmonieën. Het nummer ‘Dat mistige rooie beest’ uit de verfilming van het bekende boek Turks Fruit bouwt steeds verder op naar een dynamisch hoogtepunt. Del Ferro gebruikt hierbij ook zijn synthesizer, waarmee hij het klassieke randje in het nummer meer naar boven laat komen
Het Napolitaanse nummer ‘Tiritomba’ opent met een stijlvolle cadenza van bassist Jeroen Vierdag. Na de cadenza wordt het steeds vrolijker en komen er pakkende New Orleans ritmes naar voren door Netta. Waar de cadenza nog de klassieke kant op ging, komt daarna de lekkere swingende jazzkant van het nummer naar voren. Netta krijgt een fraaie solo en kan helemaal losgaan. Hierna volgt nog een ander Napolitaans lied; ‘Non mi scordare’ was een favoriet nummer van Toots Thielemans, met een aangename, lieflijke sfeer.
Het volgende nummer is ‘Habanera’ uit de opera Carmen van Georges Bizet. Het nummer begint grillig, een beetje vreemd. Langzaam vormen de bozige toetsaanslagen van Del Ferro zich tot een fraaie melodie. Daarna gaat het over in een Latin feel waarin de mannen komische effecten laten horen.
Na een korte pauze gaat het trio verder met ‘La donna è mobile’, uit de opera Rigoletto van Verdi. Al snel komen Vierdag en Del Ferro aan bod met een improvisatie. Na een ingetogen begin komen steeds opgewektere melodieën naar voren. Vervolgens horen we ‘Che gelida manina’ uit de opera La Bohème van Giacomo Puccini. Ook nu gebruikt Del Ferro zijn synthesizer, waardoor het gevoelige nummer erg mooi vol van klank wordt.
Daarna krijgen we voor de afwisseling een jazzstandard van Dave Brubeck te horen. Echter, het wordt niet het voor de hand liggende nummer ‘Take five’ maar ‘In your own street way’. In dit swingende nummer komen solo’s van Del Ferro en Vierdag aan bod. Ook zorgen Netta en Del Ferro in een 8-om-8 samen voor een fraaie improvisatie waarin de veelzijdigheid van beide muzikanten goed naar voren komt.
Het nummer ‘Miron’ is een eigen compositie van Del Ferro, opgedragen aan zijn goede vriend en bassist Miron, die veel te jong overleed aan de spierziekte ALS. In het nummer horen we tedere melodieën en een sombere solo van Vierdag. Met zijn brushes zorgt Netta voor houvast voor zijn medemuzikanten en met zijn bas zorgt Vierdag voor lage, warme klanken onder dit subtiele nummer.
Het laatste nummer is het bekende ‘Bluesette’ van Toots Thielemans. Het vrolijke, vlugge nummer bevat een solo van Del Ferro en een 4-om-4 van Del Ferro met Netta. Aan het einde van het nummer zingt de Tor uit volle borst de melodie mee. De avond wordt afgesloten met de toegift ‘Vissi d’arte’, een aria uit de opera Tosca van Puccini. Dit is een legacy van Maria Callas met wie de vader van Del Ferro nog heeft gezongen. Zo blijkt aan het eind van deze avond dat opera en jazz prima hand in hand gaan!