In het kader van de serie waarin jong jazztalent zich presenteert, traden vrijdagavond saxofonisten Florian Stuivenberg en Machiel Haveman voor het voetlicht. Voordat zij zich lieten begeleiden door een ritmesectie, bestaande uit twee leden van het Donna Dolce Quartet, speelden zij het duet Dungean phonics. Deze eigen compositie bleek een staalkaart van zo’n beetje alle klanken die je uit dit blaasinstrument kunt halen. Er waren nog meer eigen composities te horen, ook van bassist Joris Bolhaar, waarbij het accent vóór de pauze lag op ouder werk en na de pauze op recente pennenvruchten. Zo moet haast nog de inkt nat geweest zijn van Bolhaars Just Wandering: slechts één dag daarvoor geschreven.
Dat de twee saxofonisten veelbelovende jonge talenten zijn, was al snel duidelijk. Er werd boeiend geïmproviseerd en de aanpak was volwassen professioneel. Aan de presentatie mag nog wat geschaafd worden, maar daar hebben de heren nog een heel leven voor.
Erg subtiel vond ik de begeleiding van twee leden van het Donna Dolce Quartet: Joris Bolhaar en Mathilde van de Veen, in standards als Misty en You’d be so nice to come home to. DDQ- drummer Dirk Ornée was wel in de zaal, maar wegens zijn vingerblessure moest hij de eer gunnen aan Jasper Hilgerink en deze man kweet zich meer dan uitstekend van zijn taak.
Al met al een onderstreping van het aloude gezegde Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, al had deze jeugd wel iets meer publieke belangstelling verdiend.