Tor-vrijdag 15 november 2024 op het podium: Raimund Moritz – saxofoon, Joe Dinkelbach – piano, Ruud Ouwehand – bas, Sebastian Netta – drums.
Ver voorbij de aanmoediging ‘Rap op hoes an’ op de Grolsch-gevel langs de E-35 (voor mij zou ‘op hoes opan’ vertrouwder klinken) spookt de uitsmijtende tune nog door mijn hoofd: Mo’ Better Blues. Het was de passende afsluiting van een ontspannen avondje met een kwartet muzikale vrienden uit hun Hilversumse conservatoriumtijd van veertig jaar terug. Voor de gelegenheid geafficheerd als “Old Friendship never dies…”.

Meestal tref je hechter samenspelende formaties, vaak ook met een of meer cd’s op hun naam, op het podium. Met min of meer gearrangeerd repertoire, hoorbaar op elkaar ingespeeld. Deze avond betrof het een viertal ervaren en bedreven muzikanten dat voor de gelegenheid van een korte tour door Duitsland, samenkwam. De aftrap in de Tor, bedongen door de bassist van dienst.
Een play list afgesproken, instrumenten opgesteld, gauw nog wat eten en daar gingen ze.
Thema, improvisaties – bij voorkeur van allen – thema en op naar het volgende nummer. Dat klinkt misschien wat plat en simpel, maar het resultaat was zeker ontspannen en toegankelijk.

Om te beginnen de zo soepel spelende ritmesectie met de vette en stuwende bas van Ruud Ouwehand en het vrolijke attente spel van slagwerker Sebastian Netta. De kwalificatie vrolijk kan overigens ook zijn ingegeven door zijn verschijning: hij had zichtbaar zo veel plezier in zijn werk. Op een soort camping-drumstel, kennelijk uitgevoerd om veel mee op reis te zijn. Maar het klonk prima, de toms en zelfs die wel heel smalle base drum, die deden niet onder voor veel dikkere broers.
Op piano de veelzijdige Joe Dinkelbach, die met zicht- en hoorbaar gemak door het meer toegankelijke piano-idioom heen speelde. Niet ingewikkeld, wel vaardig, swingend, funky, noem maar op. Kortom, gewoon lekker.
Ook tenorist Raimund Moritz wist raad op zijn instrument. Goed te volgen improvisaties, soms even zoekend hoe het in dit nummer ook weer zat, maar bovenal verzorgd en gevarieerd spelend. Daar kom je luisterend de avond goed mee door.

Voor de pauze vijf stukken, te beginnen met een up-tempo South of the border. Vanaf nummertje twee, Adderleys Wabash, hadden ze de groove echt te pakken. Met weer zo’n leuke citaten-solo van de bassist: tel de verschillende thema’s die je terughoort. Als nummer drie een Moritz-compositie Bird’s Waltz, en vervolgens twee standards, Chelsey Bridge met een mooie verstilde pianosolo en tot slot voor de pauze een zeer relaxt uitgevoerde Midnight Voyage.
De tweede helft ook weer vijf stukken, meer funky, achtsten-tempi, vrolijke boel. Met weer eigen werk van Moritz (Where it belongs) en nu ook van de drummer, Big Smile – hoe toepasselijk!
Petersons Hyme to Freedom was een duidelijke feature voor de pianist. Het clubje moest hier z’n weg wat in vinden en het ging wat moeizaam er een helder slot aan te breien. Was dat erg? Nee, integendeel; het was spontaan muziekmaken en samen in deze combinatie zoeken naar de meest passende interpretatie. Waardering alom. Zo ook voor het laatste nummer, Fast Lane, in up-tempo en een enthousiast meeklappend gehoor. Een paar stukjes terugluisterend deed me de sfeer denken aan wat je op de live-lp’s van Cannonball hoort, er een lekker luisterfeestje van maken.
De toegift moest ter plekke gekozen worden. Even de koppen bij elkaar, zacht voorzingend om welk nummer het zou moeten gaan, het werd, als al aangegeven, Mo’ Better Blues, een aanstekelijk thema’tje uit de gelijknamige speelfilm, funky, gospelelementen, uiteindelijk spontaan opgaand in Mercy, mercy, mercy.
Kortom, een ontspannen avondje jazzimprovisatie. Zo kun je het weekend in!

PS
Mo’ Better Blues naderhand op YouTube terugzoekend viel mijn oog ook op een 10 minuten filmpje van Nina Simone met David Bowie en Janis Joplin. Laatstgenoemden komen er geheel niet op voor, maar wel een schitterende ballad van Simone. Ook een aanrader!