Om muzikaal te kunnen converseren, schakelen improviserende musici dezelfde hersengebieden in als wanneer ze via spraak communiceren. Dit hebben onderzoekers van de Johns Hopkins University School of Medicine (Baltimore) ontdekt. Hun bevindingen werden medio februari in het blad PLoS One gepubliceerd.
Tijdens het onderzoek werden elf ervaren jazzmusici in een MRI-scanner gelegd en gevraagd op een minitoetsenbord in reactie op een andere muzikant of op een muziekfragment te improviseren.
Tijdens de improvisatie lichtten de hersengedeelten op die ook tijdens een gesprek worden gebruikt om woorden tot zinnen aaneen te rijgen. “They appear to be talking to one another through their instruments”, legt onderzoeker Charles Limb – zelf saxofonist – aan de Associated Press uit.
Wat opviel was dat hersengedeelten die betrokken zijn bij de betekenis van woorden, tijdens het improviseren niet werden gebruikt. Volgens Limb is dat niet vreemd: “The richness of the structure of music is what gives it its significance. You can have substantive discourse using music, without any words, yet language areas of the brain are involved in this unique way.”