Kennelijk had niet iedereen het youtube-filmpje bekeken dat bij de aankondiging op de Tor-site stond: Carole Kings ‘Way over yonder’ gespeeld door 3HandsClapping, het trio dat op vrijdag 11 oktober 2024 bij Jazzpodium De Tor te gast was. Anders waren ook die laatste stoelen bezet geweest. Op het filmpje geven de heren, die trouwens al veel langer samenspelen, een visitekaartje af van hoe onmeunig mooi dat trio klinken kan. Niet gezien? Alsnog naar Youtube.
Bij een gitaartrio kan het immers vele kanten op, denk aan Cream, of aan de Jimi Hendrix Experience, de zogenaamde powertrio’s, of aan de wat bravere taakverdeling van een sologitaar met twee begeleiders, of aan gispy-swing. Om eens wat te noemen. Maar zo gaat het
niet bij 3HandsClapping. Met gitarist Peter Tiehuis, basgitarist Theo de Jong en slagwerker Bart Fermie waren er drie uitstekende en zeer ervaren muzikanten aan het werk waarbij ieders bijdrage om de aandacht vroeg. Lekkere sound uit de gitaren, Tiehuis riep al spelende van tijd tot tijd plezierige associaties op met verschillende gitaargiganten en
De Jong maakte op zijn vijfsnarige bas niet alleen mooie baslijnen, maar liet evenzeer heldere akkoorden klinken. Waarbij de gitaristen elkaar niet in de weg zaten maar elkaar juist heerlijk aanvulden. Bovenal was het ritmisch allemaal dik voor elkaar, dromerig, latin, funky, vette swing, het kwam in grote afwisseling allemaal voorbij.
Maar wat misschien nog wel het meeste bijdroeg aan het muzikale feestje was het drumwerk van Fermie. Geen klassiek drumstel, maar een variëteit aan slaginstrumenten, waarbij eigenlijk alleen de bekkens vertrouwde gereedschappen uit de drummers-toolkit zijn. Wekt zo’n uitmonstering gauw de nodige argwaan en vrees voor zweverig doe-maar-wat geklingel, bij
Fermie stond het voor een variëteit aan beats en functionele geluiden inclusief zelfs een soort bassdrumsound, never a dull moment. De inzet van een traditioneel slagwerk zou de elektrische gitaren veel sneller in de richting van een bovenbedoeld powertrio hebben verleid. Maar bovenal: Fermie maakt het geluid van het trio transparant, licht, heel afwisselend en vrolijk. Wat een vondst eigenlijk! Kortom: met deze mannen kon het feest beginnen, een hele avond lang.
Maar daar bleef het niet bij, er was ook nog een gastsolist, de Belgische
saxofonist/componist Fabrice Alleman. Hij beroerde deze avond alleen de sopraansax. Geen straf, want zijn sound was voor dit type instrument opvallend gevarieerd en levendig. Ongebruikelijk veel en duidelijk aangezette vette glissando’s, die eerder aan het spel van een alt of een tenor deden denken, minder stijl en recht zoals je dat vaak uit een sopraan hoort klinken, het deed soms gewoon funky aan. Bijna sopraan-atypisch. Lekker hoor!
Daarnaast bleek ook Alleman zich te bekommeren om variatie; hij floot (hé, is dat een Belgisch trekje?) een enkel thema en soms een achtergrondje – hij verleidde zelfs het publiek mee te fluiten, en ja, dat klonk best grappig – blies opvallende effecten op zijn instrument en sloot enkele nummers af met louter lucht. Dat klinkt, nu het op papier staat, misschien wat erg variété-achtig, maar het droeg zeker bij aan de vrolijke sfeer van de avond. Leuke man, die ook een paar van zijn op Italië geïnspireerde muziekstukken had meegebracht. Die associatie was evenmin verkeerd. Vakantiegevoel.
What do I say more: het was leuk, hoor- en zichtbaar vakmanschap, vrolijk, een avond die omvloog. Of zoals Alleman het zei: “happy and humor, dat was wat we probeerden te brengen”. Gelukt!