Een Goede, maar ook gouden vrijdag voor de ook nog eens jarige Ruud Ouwehand (van ’58, dus nu 58). Wat gebeurde er, kort voor de pauze? Dochter Marlene van wijlen Greetje Huijts vond het wel passend om het Gouden Torretje (Torrie d’ Or werd er gegrapt) die aan haar moeder had toebehoord te overhandigen aan de grootste regelneef van dit jazzpodium, Ruud Ouwehand. Een zilveren exemplaar had hij al, maar van dit edelmetaal bestaat er maar één en hij mag het minstens tot 2058 trots dragen.
Er werd niet alleen maar gespeeched of opgespeld, nee: het publiek komt hier elke vrijdagavond voor de muziek en daaraan was zeker geen gebrek. De Moravische (zeg nooit: Tjechische) pianist Emil Viklický gaf de luisteraar een kijkje in de keuken van zijn rijke arrangementen van volksmuziek en jazz. Zijn rustige speeltrant was een lust voor het oor, maar kon zich ook laten omschrijven als avontuurlijk, melodieus, met een klassieke inslag en altijd voorzien van een mooie toon en prima timing.
Solide als altijd was het spel van contrabassist Ruud Ouwehand. John Engels voorzag de samenklank van smaakvolle ritmische pulsen, nergens opdringerig, maar voldoende duidelijk aanwezig.
Alsof er nog niet voldoende verrassingen onthuld werden op deze avond, kwam ook nog eens vocalist en inmiddels goede vriend van Viklický, Martin ter Haar, ten tonele. Hij liet zelfs nog een eigen compositie horen, The rainbow song, met zijn kenmerkend uitgebalanceerde stemgeluid. Later kwam de zanger nog even terug voor een als ‘ballade voor Johan Cruijff’ opgedragen versie van Lover man, voorzien van een toelichting van Ruud Ouwehand: ‘voor de grootste swinger van het voetbalveld’. Het vormde alweer zo’n intiem muzikaal moment op deze gedenkwaardige avond.