Het programma van het concert op jazzpodium de Tor van afgelopen vrijdag had de titel ‘Nederland-Duitsland’ meegekregen. Van patriottische sentimenten, noch het 1974- syndroom was enige sprake, want achter deze titel bleek geen wedstrijdelement te schuilen: het was louter de aanduiding van de beide nationaliteiten van de musici. Van Duitse zijde was sprake van een ‘wissel’, om toch de beeldspraak tegemoet te komen: de geblesseerde (ook hier schuilt een parallel) Paul Heller was vervangen door zijn (WDR big band-)collega Karolina Strassmayer (overigens Oostenrijkse van geboorte).
Van haar hand waren ook enkele boeiende composities, zoals Ibex, Seven minutes in heaven en God of wind te beluisteren. Deze altsaxofoniste presenteerde aan het publiek meer dan eens prachtige solomomenten. De andere Duitser was Hubert Nuss, eveneens lid van de WDR big band en ook deze man had een compositie meegebracht: The inevitability of change (een tongbreker voor bassist en presentator Ruud Ouwehand). Het was meer dan genieten van zijn parelende pianospel.
Een bijna halve Duitser is drummer Hans Dekker, want deze geboren Boekeloër speelt deze maand al tien jaren in de al eerder genoemde -volgens velen- beste big band van Europa. Het is altijd een klasse apart wat deze drummer ritmisch bijdraagt aan zijn muzikale omgeving.
De enige rasechte Nederlander was contrabassist Ruud Ouwehand. Hij woont weliswaar dicht tegen de Duitse grens, maar werd in 1958 geboren in onze hoofdstad en die ligt immers dichter bij Engeland. Met zijn bekende humor voorzag hij het programma van commentaar, waarbij hij zelfs een poging deed om zijn eigen naam zo Duits mogelijk (Roeoet) uit te spreken. Ook Ruud drukte zijn stempel compositorisch op deze memorabele avond, met Call for the bluestrain en La Waltz, 2, 3.