Wat was het toch fijn om Enschedeër te zijn. Bewoner van één van de grotere steden van ons land, met een breed aanbod op het gebied van kunst en cultuur, waar iedereen te kust en te keur kon gaan voor zijn cultuurbeleving, wat Enschede aantrekkelijk maakte voor ondernemingen en burgers om zich te vestigen. Een stad met een werkelijk stadse allure waarvan de bekendheid de provincie- en landsgrenzen overstijgt. Een cultureel middelpunt in de Euregio.
Maar helaas mocht dit niet langer zo zijn. Vanaf nu moeten we het International Jazz Festival Enschede missen. Het is voorbij. Weg International Bigband Contest en Jazzerieje. Foetsie International Composition Contest en de avondprogramma’s met wereldwijd geliefde jazzmusici die je allemaal gratis kon beluisteren. Eeuwig zonde. We zijn weer een flink stuk armer geworden.
Ongetwijfeld zal de ontstane stilte tijdens het Pinksterweekend wel weer worden opgevuld door een ander evenement. De vraag is alleen wat. Hoeperdepoep muziek misschien, over het plein uitgebraakt met een gehoorstoornis veroorzakend groot aantal decibellen, dat een veeltallig lapjes van 20 Euro wapperend publiek naar de Oude Markt lokt? Je moet er toch niet aan denken. Zo’n verschraling van cultuur zal onze stad geen goed doen.
We moeten nu met z’n allen met treinen vol naar het North Sea Jazz Festival om er met een passepartout van minstens € 250 in te kunnen. Aan deze kant van de IJssel is er niets meer.
Een stad zonder een levendige jazzcultuur is geen stad. We zijn weer een stukje op weg om een provincieplaatsje met een beperkte regionale uitstraling te worden. Of zoals de Enschedese poëet Laurens ten Den schreef: Niks is niks as d’r niks umhen zit”
Peter Westers- Enschede