In de Tor is hij nooit geweest, maar vrijdagavond tijdens het uitzinnig mooie concert van het Sonny Fortune Quintet verschenen beelden van zijn levenseinde op mijn netvlies. Van wie dat vertel ik zo. Het quintet speelde tot na middernacht achteloos handenvol sterren van de hemel, zoals in de Kind of Blue stukken Freddie Freeloader en So What. Om het Miles Davis gehalte van het concert extra te benadrukken, kwam ook Milestones nog voorbij. Ik kreeg het gevoel door een tijdmachine enkele decennia teruggezet te zijn, naar de hoogtijdagen van de hardbop. Dat mijn gedachten afdwaalden naar Lee Morgan, was waarschijnlijk aan het begin al veroorzaakt door trompettist Michael Varekamp die strompelend op krukken het podium besteeg. Het leven van trompettisten gaat niet over rozen.
Lee Morgan kan er over meepraten, of beter gezegd: had erover kunnen meepraten, als hij het overleefd had. Dat was helaas niet het geval. Morgan was een begenadigd trompettist, die reeds met twintig jaar de titel wonderkind verwierf, met trompetspel van een andere planeet. Dizzy Gillespie en Clifford Brown verzonken daarbij in het zompige moeras der middelmatigheid, vonden de fans. Zoals veel wonderkinderen kon Lee de weelde niet aan. Hij hield van wijntje en meer nog van Trijntje. Zijn tweede vrouw Helen More had – behalve dat zij zoop als een dragonder – last van hysterische vormen van jaloezie. Daar zat wat in, want Lee was een rasechte womanizer. Over de fatale avond in 1972 bestaan vele en sterk afwijkende versies; ik geef er één. Na een tournee was Morgan’s band voor het afsluitende concert in Slug’s Saloon terug in New York, de woonplaats van het (v)echtpaar Morgan. Lee had een jonge dame bij zich, die haar ogen niet van hem kon afhouden. Het omgekeerde was ook het geval. Lee zat tijdens zijn spel opzichtig met haar te flirten. Hij had één ding over het hoofd gezien: zijn vrouw zat achterin de zaal en verliet ziedend van woede het pand. Na tien minuten in de tweede set keerde zij terug, naderde het podium van opzij, waar manlief aan een solo bezig was, haalde op enkele meters afstand een revolver uit haar tasje en vuurde in één vloeiende beweging een kogel op hem af. De kranten schreven: ‘Morgan fell to the floor with a bullet in his head and was reported to have died instantly.’ Drieëndertig hele jaren werd Lee Morgan, wat een verspilling van talent!
We hebben te lang het gevoel gehad dat dit soort extremiteiten alleen maar in Amerika kunnen plaatsvinden. Voortschrijdende globalisering heeft ons doen beseffen dat die exclusiviteit allang voorbij is. Ook al verzamelen de echte jazzliefhebbers zich elke vrijdagavond rond negen uur op de hoek van de Walstraat en de Pijpenstraat, in knusse aanbidding van wekelijkse topmusici, we moeten niet langer uitsluiten dat eerdaags een overspannen persoon in de Tor een aanslag pleegt op een trompettist. Vanwege overspel of een andere dwingende reden, verzin maar wat. Jan Wessels en Pascal Haverkate zijn bij deze gewaarschuwd!
Ab Gellekink