Drie weken toeren ze door Nederland, Duitsland en Zwitserland. Halverwege die trip wordt ook de Tor aangedaan, dat was dus vrijdag 15 september 2023. Als gastheer hier ons aller Ruud Ouwehand achter de bas, de rest van het stel, tenorsaxofonist Harry Allen (USA), pianist Martin Sasse (D) en slagwerker Joost van Schaik (NL) trekt dan weer verder, maar dan met een Duitse bassist.
Volle bak rond het jazzpodium; deze tweede avond van het seizoen. Ze hingen bijkans weer met de benen buiten, veel nieuwe gezichten en vooral veel youngsters. Beste ambiance, beste muziek ook, kortom een fijn concert, zoals zo vaak in De Tor.
Drie van de vier muzikanten zijn voor de trouwe bezoekers geen onbekenden. Vooral benieuwd dus naar die Amerikaanse tenorist (56). Collega Stan Getz zei ooit dat de perfecte tenorist voor hem ‘zijn techniek (!), Al Cohn’s ideeën en Zoot Sims timing’ moest hebben. Die combinatie werd, vond hij, belichaamd in Harry Allen. Welaan, da’s een mooie introductie. En wat te denken van Michael Bailey die hem beschreef als de Frank Sinatra van de tenorsaxofoon, een meester in het uitvoeren van jazz standards.
Daar stond hij dan, in een marineblauw pak, een blauw overhemd en bovenal, met zonnebril. Ja, de man kan spelen. Stuurt zijn toeter de richting in die hij wil, gave toon, heel veel dynamiek (hard en dan weer zacht), en bovenal heel toegankelijk voor oren die gewend zijn aan de gangbare moderne jazz.
(Even een uitstapje. Hoewel de jazzgeschiedenis grossiert in labels voor stijlen en perioden, weet ik nooit goed raad met het benoemen van de jazz die nu – en zo vaak – op het programma staat. Ja, het komt voort uit de bebop van de jaren vijftig, verliest zijn wilde haren door mensen als eerst Miles Davis maar daarna ook Stan Gets, Oscar Peterson, Scott Hamilton, mainstream-vocalisten en vele anderen. Nu wordt dat ook gewoon als ‘swing’ gelabeld. Zij het dat die jazzvorm ooit was voorbehouden aan de muziek van Benny Goodman, Lionel Hampton en tijdgenoten. Ik houd het maar op ‘mainstream jazz’.)
Hoe dan ook, er klonk fijne muziek, kundig uitgevoerd door mannen die hun vak verstaan. Voor de pauze vijf stukken. Een mix van standards en eigen (Sasse) werk, medium tempo, bossa, balad en up tempo, een gevarieerd programma dus. Het kwartet speelde er bekwaam doorheen en hield hun gehoor goed bij de les. Veel solo-ruimte ook voor drummer Joost van Schaik. ‘Een fijne technicus, die speelt met zijn oren’, vond ik eerder al. Deze avond bepaald meer dan de vertrouwde ‘vier-om-viertjes’, maar chorussen achter elkaar op bijvoorbeeld Oliver Nelsons Step right up en later nog in een stevig up-tempo Sweet Georgia Brown. Mooi opgebouwd en opwerkend naar een climax.
Pauze. Warm en dus deels buiten op de stoep. Weer even bijpraten en/of nieuwe contacten leggen met mensen die jazz leuk vinden. En De Tor ook ontdekt hebben als een uniek jazzpodium.
Na de vertrouwde verkoop van CD’s kon het werk worden hervat. In feite hetzelfde format van medium, bossa, balad en up. Vier stukken nu, die deden vermoeden dat nummer vijf wel eens de toegift zou kunnen worden. En zo was het.
Een lekkere trouwens, Did you call her today uit het onderscheidende Ben Webster-album ‘The Frog’. Leuk hoe Allen de eerste maten geheel in het Webster-idioom opende, maar daarna toch vooral zijn eigen gang ging. En het swingde als de bekende trein, tiet of what ever.
Weinig woorden hier maar voor Sasse en Ouwehand. Die mannen staan gewoon hun persoontje, onderhoudend en fijn om naar te luisteren, ‘goede wijn …’. Zo was het.
De muziek van het kwartet van Harry Allen, de sfeer en het opgetogen publiek maakten de avond in elk geval heel Tor-waardig. Goed gedaan allen!