De laatste jaren zagen we ‘m wat minder in de Tor omdat zijn studie ‘m naar 020 voerde, maar vaste Tor-bezoekers kennen ‘m zeker: Daniël von Piekartz, die wat slungelige knaap met z’n onafscheidelijke wollen muts die, als ‘ie maar even de kans kreeg en niet de laatste bus naar zijn hometown Oldenzaal moest halen, na afloop van een concert achter de vleugel kroop en een pianistische AfterParty avant-la-lettre ten beste gaf, wat hem steevast een paar gratis consumpties opleverde. (De minimum-leeftijd van achttien voor het nuttigen van een biertje gold toe nog niet.)
En daar zat ‘ie ineens tijdens het North Sea Jazz Festival 2014, op het podium in een bomvolle Madeira-zaal. Als pianist bij het trio van Benjamin Herman, Ernst Glerum en Joost Patocka, die duidelijk zeer verguld waren met zijn bijdrage en dat ook niet onder stoelen of banken staken.
Het North Sea Jazz Festival is een soort leeuwenkuil. Waar je als musicus moet opboksen tegen de absolute wereldtop van de jazz, soul en r&b die op tientallen podia tegelijk met jou vechten om de aandacht van het publiek, dat rücksichtlos en medogenloos zapt tussen het enorme aanbod van concerten. En waar de internationale pers je verslindt als hongerige leeuwen als je maar even één toon ontbeert, een nuance mist of een fractie van je scherpte kwijt raakt.
Maar zoals de oudtestamentische Daniël de leeuwen in de leeuwenkuil als makke lammetjes aan zijn voeten had liggen, pakte deze Daniël publiek en pers in met zijn performance.
Fantastisch pianospel, mooie solo’s verrassende improvisaties. Maar dat ‘ie dat kon, wisten we -als vaste Tor-gangers- al wel. Tot hij begon te zingen… het spreekwoordelijke dak ging er af. Een spectaculair, androgyn stemgeluid. Fascinerend en meeslepend. “Een jonge Chet Baker, een serieuze Jamie Cullum, een jeugdige Harry Connick. Noem het hoe je wilt, maar een aanwinst voor de jazz-zang.” aldus Ton Ouwehand in zijn recensie in de Tubantia de volgende dag. En met Ton bejubelde zo’n beetje de gehele jazz-pers ‘m in alle toonaarden.
Daniël von Piekartz; daar gaan we nog veel van horen. En nu maar hopen dat ‘ie de weg naar de Tor nog steeds weet te vinden… Maar daar hebben we alle vertrouwen in.