Eindelijk weer eens schokkende kuiten in tropische sfeer.
Jazzpodium de Tor is op de tropische toer. Vier weken geleden stond hier nog Cuban Golden Classics van Lucas van Merwijk geprogrammeerd, vrijdagavond was het de beurt aan CaboCubaJazz. De vijfpersoons band bracht muziek met een Kaapverdische oorsprong, waar de gebezigde taal bestaat uit een mengelmoes van Spaans, Portugees en Creools. Waar in Romaanse talen als Spaans en Portugees de q een scrabble- letter met lage waarde vertegenwoordigt, werd nu ineens het woord ‘Rikeza’ met een Germaans ogende k geschreven. Onmiskenbaar tropisch was echter de sfeer die het vijftal teweeg bracht, met het karakteristieke geluid van percussie, uiterst bekwaam bespeeld door Nils Fischer, de grommende vijfsnarige basgitaar van de Venezolaan Yerman Aponte, het ambachtelijk afgewogen slagwerk van Armando Vidal, het parelende pianospel van Carlos Matos en niet te vergeten: de opzwepende zang van Dina Medina. Deze dame heeft geen grote stem, maar zorgde er met haar vier mannen wel voor dat eindelijk de dansvloer van de Tor weer eens benut werd. Inleider Peter Westers toonde zich terecht in zijn nopjes met de verschijning van, wat hij betitelde als schokkende kuiten, al bleek de 7/4 maat van ‘Contratempo’ een brug te ver voor menig danser. Het was ook de zangeres Dina Medina die het publiek muisstil kreeg met de subtiele ballade ‘Bo seiva’.