Natuurlijk was er vrijdagavond voor een overdwars-opstelling gekozen voor dit akoestische concert, waarbij zelfs de geluidstechnici achterover konden leunen. Het is alweer bijna zes jaren geleden -deze kennis ontleen ik aan de onvolprezen gloednieuwe website “jazzkroniekdetor”- dat Reinier Voet & Pigalle 44 voor het laatst op dit jazzpodium stonden.
Op deze avond stond de muziek van de Parijse componist Henri Crolla (niet zelden mede-gecomponeerd door Stephane Grappelli) centraal, maar natuurlijk mocht ook werk van Django Reinhard niet ontbreken (Minor Swing, Nuages, Douce Ambiance, Anouman). Opvallend genoeg leent deze gypsy jazz-stijl zich ook voor composities van Cole Porter (What is this thing called love en So nice to come home to). Reinier Voet zélf had ook enkele (hopelijk) toekomstige traditionals aan de setlist toegevoegd, die direct opvielen door hun originele en onverwachte akkoordverbindingen en maatwisselingen, zoals La Déesse (met een knipoog naar de Citroën DS), My room, Ballade pour la Nuit en Zavatta.
Smetteloos was het samenspel te noemen, maar ook smaakvol en subtiel. Niet het hijgend najagen van de geluidsbarrière, zoals de broertjes Rosenberg steeds vaker geneigd zijn te doen, maar ogenschijnlijk lekker losjes improviseren op twee gitaren, viool en contrabas. Alsof het een afspiegeling van de maatschappij zou moeten zijn, was de helft van de muzikanten vrouwelijk en de andere helft mannelijk.
Jan Brouwer verraste het publiek tot tweemaal toe met een vocale bijdrage: It had to be you en Coquette klonken meer dan aangenaam.
Reinier Voet & Pigalle 44: laat het Tor publiek alsjeblieft niet nog eens zes jaren wachten op deze wonderschone klanken…!