Het zal zo’n 43 jaren geleden geweest zijn dat de vermaarde trompettist, misschien mag ik zeggen: grand ‘young’ old man Uli Beckerhoff al eens speelde op ditzelfde podium, maar desgevraagd wist de man niet meer te melden met wie. Dank zij de programmatoelichting weten de oplettende lezertjes wel dat hij samenspeelde met helden als Sten Getz, Joachim Kühn, John Taylor en ‘onze eigen’ Jasper van ’t Hof. Zijn kwartetgenoten moeten nog maar hopen dat zij dit aantal jaren halen, want Beckerhoff speelde samen met prille dertigers. In alle toonaarden ontkende de trompettist echter dat leeftijd in de muziek er iets toe doet: het woord generatiekloof bestaat voor hem simpelweg niet.
De man had gelijk, want de ‘jonge goden’ speelden stuk voor stuk alsof we met ouwe rotten te maken hadden. Voor het eerst sinds drie weken hoorden we weer eens de vleugel en met de weergaloos spelende Richard Brenner kon het instrument in z’n nopjes zijn. De contrabas bespeelde Moritz Götzen, een oud- leerling van de -eveneens aanwezige- ‘huisbassist’ Ruud Ouwehand. Daarna vervolgde hij overigens zijn studie in Ruuds geboortestad, Amsterdam. Het was een genot om deze man te horen spelen. Een zeer goed invoelende drummer, Niklas Walter, completeerde het hofje rond de trompettist. En dan natuurlijk Uli Beckerhoff zélf. Hij lardeerde zijn voortreffelijke spel met geestige anekdotes en beloofde vóór zijn 113e verjaardag (inderdaad: over nog eens 43 jaar) terug te komen. Daar houden wij hem aan, want niet alleen zijn spel is memorabel, zijn composities zijn veelzeggend, zo bleek op deze zoveelste gedenkwaardige avond.