Ook dit concert in Jazzpodium de Tor werd opgeluisterd door een zangeres en niet de eerste de beste: de internationaal vermaarde Deborah Carter. Hoe internationaal ze is, bewees ze door haar aankondigingen in het (zij het Donald Jones-achtige) Nederlands te doen, maar toegegeven: zelden heb ik zo duidelijke toelichtingen mogen waarnemen. Vanaf een verrassend jazzy versie van Fats Donmino’s I’m walkin’ was het al gelijk duidelijk: deze dame is een expert in timing en stembeheersing.
Dat ze ook nog eens haar oog had laten vallen op drie rotsen van begeleiders, hoefde niet eens door het publiek vastgesteld te worden, de zangeres deed er nog een schepje bovenop: ‘They can read my mind’. Deze gedachtenlezende grootheden waren pianist Karel Boehlee, bassist Eric Timmermans en de alom bekende drummer (met wie heeft hij niet gespeeld?) Hans van Oosterhout: ik vond in mijn recensie-archief zo al een viertal concerten op dit podium de afgelopen twee jaar.
Net toen Deborah Carter had gezegd dat zij het Portugees niet machtig was, zong zij toch een paar zinnen in deze taal in het ver-Engelsde Upside down (Flor de lis van de Braziliaan Djavan). Na de oude kraker Route 66, in een tempo dat de maximum snelheid van deze weg overschreed, was het ineens helemaal stil bij het innige First time I heard Ellington. Nooit geweten dat deze achternaam als rijmwoord fungeerde voor Wellington, waaraan Napoleon nare herinneringen moet hebben gehad.
De avond eindigde zeer beschaafd voor half twaalf en andermaal werd het door de zangeres zo gewenste jaargetijde bezongen in de toegift: Joy spring.