Welke beroemdheden traden er nog meer op in Enschede? Qua naam en faam was met Louis Armstrong in 1959 meteen de overtreffende trap binnengehaald. Ieder ander daarna moest het doen met minder publiciteit en minder bezoekers.
Zelf was ik in die tijd nog zoekende naar welke jazzstijl nou eigenlijk mijn voorkeur zou uitgaan. Voorlopig vond ik alles wel mooi: Ella Fitzgerald met haar beroemde versie van ‘I can’t give you’, maar ook de popi dixieland van Acker Bilk met ‘Summerset’. Van eigen bodem luisterde ik graag naar de Dutch Swing College en de Down Town Jazzband. Enkele maanden voor het optreden van Armstrong was aan de andere kant van de oceaan ‘Kind of Blue’ verschenen, maar het heeft nog jaren geduurd voordat ik die muziek voor het eerst hoorde. Wel had een kennis uit de States mij een exemplaar van Relaxin’ van Miles Davis meegebracht. Die muziek vond ik erg ‘cool’, al gebruikten we die term nog niet zo vaak als tegenwoordig.
In het najaar van 1960 kwam een Deense band naar Enschede. Papa Bue’s Viking Jazzband had eerder dat jaar furore gemaakt met ‘Schlafe mein Prinzchen’ en andere bewerkingen van licht klassiek werk. Hoewel de band door de jazzpuristen werd neergesabeld, toog ik op de dag van hun optreden naar een winkel in de Hermesflat – ongeveer waar nu Holland Casino is – waar de heren hun platen voorzagen van handtekeningen. Zie bijgaande single met de zes nog net zichtbare handtekeningen. Van hun concert in de Twentse Schouwburg herinner ik me dat trombonist Arne ‘Papa Bue’ Jensen de minste van de blazers was, en dat de inbreng van klarinettist Jorgen Svarre en banjoïst Bjarne Pedersen het niveau naar een dikke voldoende tilden. Voor het nageslacht: de andere bandleden waren trompettist Finn Otto Hansen, bassist Mogens Seidelin en drummer Ib Lindschouw. Nooit meer wat van gehoord.
In hetzelfde najaar van 1960 trouwden Pim Jacobs en Rita Reys, onder gelijktijdige lancering van hun LP ‘Marriage in Modern Jazz’. De aanschaf daarvan moet een flink gat geslagen hebben in het zakgeld van een 16-jarige, maar heeft zich meervoudig uitbetaald. Ik heb de plaat eindeloos gedraaid en ken alle twaalf nummers nog noot voor noot. Tot verdriet van mijn moeder, die telkens vroeg of dat ‘aanstellerige mens met haar bekakte stem’ kon worden afgezet.
Maar nog meer indruk op mij maakte in die tijd de muziek van een mij totaal onbekende pianist, die ik bij toeval tijdens een schoolweekje Parijs tegenkwam, omdat overal aanplakbiljetten van zijn optreden hingen. Dat moest ik zien. Het was de toen nog jonge Jacques Loussier, die samen met bassist Pierre Michelot en drummer Christian Garros zijn overweldigende interpretaties van Bach de zaal in slingerde. Zelden zo’n mooi concert en zo’n enthousiast publiek meegemaakt. Vooral hun versie van het ‘Italiaans Concert’ was ronduit verpletterend. Niet alleen had ik er weer een jazzfavoriet bij, hij heeft mij ook een levenslange voorliefde voor de muziek van Bach aangeleverd. Maar dat is een ander verhaal.
Ab Gellekink