Misschien denkt u bij bovenstaande titel aan het gelijknamige boek van Iwan Toergenjew uit 1862, over de generatiekloof tussen nihilistische zonen en gezagsgetrouwe vaders in het conservatieve Rusland onder tsaar Alexander II. Niet doen, want we hebben het hier over het kwintet dat vrijdag jl. optrad in Mystiek Theater, de tijdelijke Tor-locatie.
Vader en zoon De Jong (Hein op vibrafoon en Jitse op elektrische piano) en vader en zoon Ouwehand (Ruud op bas en Marijn zang) speelden er met drummer Gijs Dijkhuizen. De laatste zonder vader of zoon, maar zijn broer sluit over vier weken wel aan.
Het concert bestond uit twee vrijwel identieke sessies van elk één uur, voor een publiek dat vanwege de coronamaatregelen beperkt bleef tot maximaal dertig personen; jammer maar knus. Uw recensent was aanwezig bij deel 2.
De overige Tor-aanhangers hebben zeker wat gemist, want de zonen Marijn en Jitse presenteerden vol enthousiasme een stemmig en zeer afwisselend programma. De binnenkomer This could be the start of something big knalde er vol uit, gevolgd door Kijk, daar vliegt een vogel, oftewel Lullaby of Birdland met een eigen tekst van Marijn. Heel origineel. Michel Legrand doet het altijd goed op zo’n avond, dit keer met het melancholieke The summer knows. Zeer verrassend klonk daarna Amar pelos dois (Liefde voor ons twee), waarmee Salvador Sobral in 2017 voor Portugal het Eurovisiesongfestival won. Ik was het nummer eerlijk gezegd alweer vergeten. De korte pauze werd instrumentaal voorafgegaan door een spetterende versie van The Preacher, het gouden nummer van Horace Silver.
Het gevoel van voor de pauze kwam meteen volop terug met In the wee small hours of the morning, met voor mij shades of Ann Burton. Daarna volgden de standards On Green Dolphin Street, So in love (uit Kiss me Kate) en Bluesette, die alle drie de ‘toots’ der kritiek ruimschoots konden doorstaan. En glimlachend luisterden we ter afsluiting naar Charlie Chaplins Smile, met wederom een Nederlandse tekst van Marijn: Lach (al zit je binnen).
Rest mij te vermelden dat Jitse inmiddels is afgestudeerd aan het Amsterdamse Conservatorium, en dat Marijn aan hetzelfde instituut op een haar na klaar is (succes met de laatste loodjes). Ik pleit voor een voortgezette samenwerking tussen die twee, want daarvan zeggen we vanaf nu: “This could be the start of something big”.