Als je van de wervende tekst voor het concert op 15 januari in het programmaboekje (of via de website) kennis hebt genomen, én je muzikale teener roots liggen bij de schoolconcerten van Pim Jacobs, rondscharrelen op Cuba verrukkelijke muzikale ervaringen opleverde, en most of all de ‘second line’ beat een soort tweede DNA (kan dat?) is geworden, dan moest je er wel bij zijn, deze derde vrijdag Tor-avond al weer van het nieuwe jaar.
Nog even over die Second Line: die term heeft betrekking op de meute direct aanlopend achter de feest- of begrafenisbands die in met name New Orleans door de straten trokken (slagwerkers, zie toch vooral het standaardwerk van Antoon Aukes: Second Line, 100 years of New Orleans Drumming – met CD). Ik zal nooit vergeten dat ik zeer bij toeval met mijn lief in zo’n second line in New Orleans terecht kwam, ter nagedachtenis aan de toen juist overleden Ray Charles. Wat een feest van ritme en vooral onstuimige swing was dat. Lopend, dansend, swingend achter de witte kist ging het als door de duivel gedreven. De overledene zelf trouwens werd op dat zelfde moment in Los Angeles ten grave gedragen.
Goed, met dit soort blije gedachten toog ik naar (The New) Trio Alliance, met Laurens Jan Hartong op piano, Frans van Geest op bas en Willem Romers op slagwerk. Een aardige mix van generaties maar elk met een gedegen muzikale achtergrond.
Nou, mannen, aan de slag!
Een ‘Alliance of three generations’ noemde Hartong het. De leider zelf (74), drummer Romers (22) en bassist Van Geest er ergens tussenin. Leuk was de formule waarvoor ze gekozen hadden: het programma geordend naar drie steden van betekenis in de muziekgeschiedenis: New York, Havana en New Orleans. Laurens Jan Hartong leidde de stukken ook steeds informatief in. Bebop revolutie in NYC, groeiend zelfbewustzijn binnen de Cubaanse muziek-scene met hun ‘timba’ en de melting pot New Orleans waar de jazz ontstond – zo ongeveer.
De repertoire keuze bleef echter vooral hangen rond New York. Hetzij bebop, dan wel wat meer ‘cool’. Het pianotrio vertolkte in hoofdzaak standards, ‘straight ahead jazz’, zoals dat in de aankondiging werd genoemd. Helemaal niet verkeerd overigens, met een verzorgd en niet zonder humor spelende Hartong en een sterke Van Geest (terwijl we op basgebied in Enschede toch behoorlijk wat gewend zijn!). Van de drummer, technisch prima en gevarieerde begeleidend, had er wat meer drive mogen zijn. Tuurlijk geen vergelijk, maar onwillekeurig dacht ik aan “le jeun Tony Williams, dixsept ans”, die zo jong als hij was toen reeds Miles Davis, George Coleman en Herbie Hancock enorm achter hun donder zat. Die dynamiek ontbrak zodat het trio vooral leunde op het samenspel van de piano en de bas.
Bij de Cubaanse uitsmijter ‘Camino del Osso’ voor de pauze en in de tweede helft de Mardi Grass Indians-ode ‘Iko Iko’, was dat geheel anders. Daar paste het allemaal veel beter in elkaar en had de slagwerker zijn rol in het trio helemaal te pakken. Alleen jammer dat het maar die twee stukken waren tijdens dit concert waarin de fusion met Cuba en New Orleans werd opgezocht. Van dat werk had ik best meer willen horen, had dat ook een beetje verwacht gezien de aankondiging. Ook gezien de reputatie van Cuba-kenner en ‘Manteca’ en ‘Nueava Manteca’-oprichter Laurens Jan Hartong.
Ook amper Second Line dus. Al helemaal niet zoals van die younsters die in Bourbon Street uit hun pick-up springen als gaat het om een bankoverval. En met grote trom, snare drum, sousafoon, en wat verder koperwerk, hun verpletterende beat tegen de gevels laten spetteren. Een overval van woeste swing en drive inderdaad.
Dat was het dus niet. Het was een avond met een onderhoudend pianotrio dat – toch hoera – twee heel interessante uitstapjes buiten New York maakte. De formule was leuk en veelbelovend, voor mij had die best een stuk meer mogen worden uitgediept.
Over een tijdje nog eens misschien?