Kapitein Zeppos. Dat was een Vlaamse tv-serie toen ik nog klein was. Werd uitgezonden op zondag vlak voor Studio Sport, als dat toen ook al zo heette. In zwart/wit nog. Pas nu, vijftig jaar later, realiseer ik me waarom die man ‘kapitein’ werd genoemd: hij verplaatste zich in een rijdend vaartuig, of een varende auto, zo je wilt. Was ik allemaal al lang vergeten. Behalve het muziekje van die serie. Opgewekte trompetklanken die je op voorhand in de juiste stemming brachten om het volgende avontuur van Zeppos te ondergaan. De familie zong het naar beste kunnen steeds zachtjes mee. Bert Kaempfert.
Pas later ontdekte ik dat onze eigen Ack van Rooyen die trompet bespeelde. Er zijn nog meerdere You Tube filmpjes waar hij op te zien en te horen is met ‘Living it up’. Want zo heette dat nummer.
Gisteren vroeg ik het hem. “Was jij het inderdaad, op die trompet, in 1963?”. Wist hij niet meer. Ja natuurlijk, hij had meerdere jaren bij Bert Kaempfert gespeeld en op zoveel van zijn platen meegedaan. ’t Zou zo kunnen.
Leuk om met Ack te praten. Ja, hij had ook in de Montreux Big Band met Miles Davis gespeeld. Davis’ laatste optreden in 1991. Met wie heeft Ack niet gespeeld. Hij zat ooit zo ongeveer in alle grote Europese bigbands die er de laatste veertig jaar hebben bestaan. Liep, nauwelijks 20, met zijn broer Jerry al door 52nd Street, begin jaren ’50 de place to be voor elke jazzcat. Wat een ervaring, wat een kennis, eentje die de naoorlogse jazz helemaal heeft meegemaakt. Sympathieke vent ook. Arie “Ack” van Rooyen, ruim 85 nu, daar moet je bij zijn als je kans krijgt. Dat was vrijdag 27 november in De Tor het geval.
Trio met Jasper Soffers op piano en Ruud Ouwehand op bas. Garantie voor een concert met smaakvolle ‘kamer’muziek. En zo was het. Met Ack op zijn flugelhorn. ‘Bugel’ klinkt in zijn geval zo gewoon. Hoewel, hij is gewoon ook gewoon. Zijn fysiek aanschouwend dacht je niet meteen aan een tachtiger. Nam steeds de moeite voor geestige presentaties. Noemde in ons voorgesprekje die lui uit het verre oosten “modder-tukkers”. Houden we erin.
“Is voor ons uit het westen toch altijd een heel geheimzinnig gebeuren, die jazzclub hier in Twente”, zo opende het optreden. En aan de slag gingen ze. Drie onbetwiste kanjers op hun instrument.
Goede wijn, sorry waterdrinkende Ruud, behoeft geen krans. Hoort zonder enige twijfel tot de beste contrabassisten van Nederland en wellicht ook ver daarbuiten. Mooie volle toon, super timing, heerlijke swinger. Elke solo wordt weer een muzikaal avontuur.
Voor mij was de topper van de avond pianist Jasper Soffers (1973), sinds 2003 voor piano/synthesizer verbonden aan het Metropole Orkest. Ack: “Als ik zo kon pianospelen, zou ik het ook doen”. Technisch uiteraard dik voormekaar. Schitterende harmonieën, samen met Ruud tof met de ritmiek stoeiend. Was in geen enkel hokje te stoppen, maar soms hoorde ik zonder enig bezwaar gasten als Bill Evans en Herbie Hancock even langskomen. Genoten, Jasper!
Ja, en dan de oude meester zelf. Misschien had ik tevoren beter niet kunnen grasduinen op YouTube vanwege die Kapitein Zeppos. Is heel veel moois van Ack op internet te vinden. Tuurlijk zet hij met zijn bugel in zo’n trio een mooie intieme sfeer neer. Met interessante liedjes, ook wat eigen werk (en de wals van Ruud). Maar na 85 jaar boet men toch wel wat in aan kracht. Wat daar verder ook van zij, het blijft spannend en een groot genoegen om een muzikant met zo’n staat van dienst en fijne smaak aan het werk te zien en horen.
Foto’s
Fotograaf Tjeerd Postma was er bij en maakte de volgende foto’s:
[Best_Wordpress_Gallery id=”2″ gal_title=”Ack, Jasper en Ruud”]